Ads Top

Niet salarisverhoging is het probleem, maar monocultuur banken

De ophef over de salarisverhoging van ING-directeur Hamers leidt af van het onderliggende, grotere bankenprobleem in Nederland, zegt Frank Jan de Graaf, lector Corporate Governance & Leadership bij de Hogeschool van Amsterdam. ‘De salarisverhoging is bijzaak. Veel belangrijker is dat klanten nauwelijks alternatieven hebben om op over te stappen. Het Nederlandse banklandschap is veranderd in een monocultuur, met een paar grote spelers. Dat is een groot maatschappelijk risico.’

Na een storm aan publieke en politieke ophef heeft ING laten weten dat zij het salaris van directeur Hamers toch niet zal verhogen. Lector Frank Jan de Graaf doet onderzoek naar ethisch leiderschap in de financiële sector. Hij ziet de politieke ophef met lede ogen aan: ‘Dat politici ingrijpen in de beloning van een bedrijf is een paardenmiddel, een heel grove methode. Daar moeten wel economisch heel goede redenen voor zijn, en dat is in dit geval niet in proportie’, aldus De Graaf.

De salarisdiscussie is eigenlijk een bliksemafleider van het werkelijke probleem dat onder de situatie schuilgaat: het gebrek aan keuze. ‘Als klanten het niet eens zijn met een beslissing van hun bank, zoals de salarisverhoging, dan moeten zij kunnen overstappen. En dat is juist waar het huidige systeem faalt: er valt weinig te kiezen. Bijna iedere Nederlander heeft een betaalpas van ABN AMRO, ING of Rabobank. De brede banken lijken precies op elkaar, met soortgelijke topmensen. Overstappen heeft daarom weinig zin.’

Die monocultuur van enkele grote, commerciële banken leidt niet alleen tot ontevreden klanten. Er zitten ook maatschappelijke en economische risico’s aan. Want mocht er weer een weeffout in ons financiële systeem zitten, dan krijgen alle banken daar last van omdat ze op elkaar lijken. Klanten kunnen niet uitwijken.

We moeten daarom terug naar het traditionele Nederlandse banklandschap van een gevarieerd aanbod, zegt De Graaf. Staatsbanken, spaarbanken en coöperatieve banken zijn hier altijd het belangrijkst geweest. Grote, commerciële banken hebben de afgelopen honderd jaar maar een kleine rol gespeeld in de Nederlandse economie. ‘Die variëteit aan banken zorgde voor een stabiele sector, waar mensen echt wat te kiezen hadden,’ zegt De Graaf. Zo was de Rabobank voorheen een echte coöperatie van vijftig lokale banken, die ook met elkaar concurreerden. Daarnaast waren er ook brede 'staatsbanken', die toegankelijk en overzichtelijk waren, zoals de Postbank.

De commotie over het salaris van een bestuurder is alleen een detail, gekeken naar de maatschappelijke problemen die zijn ontstaan sinds banken na 2000 steeds commerciëler zijn gaan opereren. De Graaf: ‘Veel belangrijker is bijvoorbeeld wat er gebeurt in de kredietverlening aan het MKB, waar banken zich al jaren steeds meer terugtrekken. Bedrijven krijgen geen financiering meer omdat het de grote banken niets oplevert; een probleem dat alleen maar groter wordt.' Daarnaast zijn er vragen gerezen over de financiële geletterdheid van mensen; klanten laten zich makkelijk verleiden tot financiële producten zonder de gevolgen te overzien.

De Graaf ziet een taak voor de overheid om te zorgen voor variatie, om zo de financiële sector opnieuw sterk te maken. Een aanbod met aan de ene kant commerciële banken, die dan ook echt als bedrijf gerund worden, en daarnaast brede banken voor de bevolking. ‘Bied klanten een gratis bankrekening aan bij een staatsbank, gekoppeld aan het burgerservicenummer. Vanuit een dergelijke ‘commodity’  kunnen consumenten dan kiezen waar ze een financieel product willen kopen. Laat daarnaast de commerciële banken dan ook als bedrijf fungeren, en de beste mensen binnenhalen met wat zij daarvoor nodig achten, zodat zij diensten kunnen leveren waarop de Nederlandse economie zit te wachten.'

Geen opmerkingen:

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Mogelijk gemaakt door Blogger.